Zie hiervoor de uitsnede van het schema:
Het bovenste deel (SW1A) snap ik, maar het onderste deel (SW1B) niet.
Wat ik wel begrijp is dat SW1A een weerstand inschakelt waar het signaal doorheen loopt en dat SW1B een weerstand naar aarde inschakelt zodat er feitelijk een weerstanddeler ontstaat in iedere stand behalve stand 6 (in stand 6 zijn ingang en uitgang doorverbonden).
Welke waardes van de door SW1B ingeschakelde weerstanden horen bij de standen van de schakelaar?
- Code: Selecteer alles
Stand R(SW1A) R(SW1B)
1 45 100 (R24)
2 45 147 (R24 + R11)
3 30 147 (R24 + R11)
4 30 174 (R24 + R11 + R10)
5 15 174 (R24 + R11 + R10)
6 0 ∞ (geen weerstand dus oneindig)
Heb ik dat zo goed beredeneerd?
De volgende vraag is of deze waardes critisch zijn. D.w.z. doen deze waardes bijv. iets met de ingangsimpedantie van de linear (en daar mee met de SWR die de zender 'ziet')?